Pijnlijk helder daarentegen zijn de tekeningen van Andreae die ongelooflijk veel kan op een vreselijk klein velletje papier. Micro- en macrowerelden weet hij met een verbluffende techniek tevoorschijn te toveren. De voorstellingen zijn soms surrealistisch, soms Escheriaans van opbouw en vrijwel steeds boordevol betekenissen, beeldassociaties en (beeldende kunst) commentaren. Wel eens te veel van alles tegelijk en te overdonderend van techniek; de kunde overwoekert dan het idee. Niet voor niets verdrinken sommige tekeningen in een ornamentele jugendstilachtige barok. Maar de samenballing van ideeën en kunde leidt ook tot adembenemende nieuw-realistische kijkdoosjes …

ERIC BEENKER – ‘Bert Andreae en Frits Drent in Galerie Soephuis’, Nieuwsblad van het Noorden, 1975